Bij zorgverzekeraar VGZ staat innovatie hoog in het vaandel. OchtendMensen-adviseur Nienke Adema ging in gesprek met Charlotte Oldenburg – Innovatiemanager en missieleider van het netwerk Zinnige Zorg van VGZ – over hoe zij aankijkt tegen een initiatief dat lang een toekomstvisie is geweest, maar nu werkelijkheid lijkt te worden: een ziekenhuis zonder muren, oftewel een digitaal ziekenhuis.
Charlotte Oldenburg is werkzaam bij zorgverzekeraar VGZ als innovatiemanager en missieleider van het netwerk Zinnige Zorg. Als missieleider zet zij zich samen met innovatieve aanbieders in om de zorg in Nederland aantoonbaar beter te maken voor de patiënt en te kijken naar oplossingen voor de oplopende personeelstekorten en zorgkosten. Het netwerk Zinnige Zorg bestaat uit 12 ziekenhuizen, 4 GGZ-instellingen, 3 V&V-instellingen en Coöperatie VGZ.
“In een verkenning hiernaar hebben wij vanuit het netwerk Zinnige Zorg met Mercy Virtual Care Center (het eerste digitale ziekenhuis ter wereld in Chesterfield, Verenigde Staten) gesproken. Een volledig digitaal ziekenhuis, waarin geen bedden aanwezig zijn, artsen en verpleegkundigen achter hun computer zitten en dat bijna geheel gebruikt maakt van ‘telemedicine’. Het is een innovatief concept dat bijdraagt aan het verminderen van ziekenhuisopnames en consulten, maar ook de kwaliteit van zorg voor patiënten verbetert en toegankelijker maakt. De geografische kenmerken van landen als Amerika maken ook dat de noodzaak voor een concept als het digitale ziekenhuis meer aanwezig is. De afstanden zijn groter en mensen wonen verder uit elkaar. Dit is anders dan in Nederland, waar ziekenhuiszorg relatief dichtbij is.”
“Het digitale ziekenhuis is een innovatief concept dat bijdraagt aan het verminderen van ziekenhuisopnames en consulten, maar ook de kwaliteit van zorg voor patiënten verbetert en toegankelijker maakt.
“Daarnaast zijn niet alleen in het buitenland verschillende initiatieven te vinden het gebied van ‘telemedicine’ of ‘telemonitoring’. Ook in Nederland zijn tal van voorbeelden bekend. Het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen is één van de voorlopers op digitale zorg. Telemonitoring is bij meer dan acht patiëntgroepen ingezet, o.a. voor COPD- en hartfalenpatiënten. Je ziet dat de aanpak van telemonitoring leidt tot minder (spoed)opnames, doordat exacerbaties of urgente hart- of longproblemen eerder herkend en voorkomen kunnen worden. Dit is een mooi voorbeeld van digitalisering in de zorg, waarbij de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg voor de patiënt wordt verbeterd én het voordelen oplevert voor de betaalbaarheid van zorg.”
“Een ander voorbeeld is DiSofa, een psychologiepraktijk die uitsluitend online GGZ-zorg biedt. DiSofa behandelt patiënten verspreid door heel Nederland en werkt samen met psychologen die buiten Nederland wonen. Hierdoor kan er 24/7 psychologische zorg worden aangeboden, wordt de patiënt geholpen in zijn of haar eigen vertrouwde thuisomgeving en is er geen wachttijd.”
De zorg voor patiënten wordt niet enkel in het ziekenhuis geleverd, maar ook door andere zorgpartijen. De digitale patiëntreis gaat verder dan het ziekenhuis. Eigenlijk spreekt Charlotte daarom ook liever van een digitaal platform dan van een digitaal ziekenhuis. “Huisartsen, GGZ-instellingen, ouderenzorginstellingen en andere aanbieders in de zorg- en welzijnketen zijn hier een belangrijke speler in. Zij moeten ook kunnen aansluiten op de digitale innovaties.”
Wel verwacht Charlotte dat er nog altijd fysiek aanbod nodig zal blijven. “Je moet goed weten voor welke zorg of ondersteuning digitale mogelijkheden goed werken én voor welke niet. Er bestaan al online apotheken en huisartsen, maar voor (spoed)operaties of een deel van de diagnostiek heb je nog fysieke locaties nodig. Het aanbieden van zorg in een blended en hybride variant lijkt mij daarom veel realistischer.”
Kijkend naar de betaalbaarheid van (digitale) zorg, is het belangrijk te kijken welke gevolgen dit heeft voor de betaalbaarheid van de gehele zorg, zowel op micro- als op macroniveau. Digitale zorg is niet per definitie goedkoper.
Charlotte: “Als organisaties aan de slag gaan met innovaties of nieuwe zorgvormen, is een belangrijke vraag en uitdaging om goed te kijken naar wat je gaat afbouwen als je nieuwe vormen van digitale zorg of innovaties in gebruik hebt genomen. Wanneer je een deel van de poliklinische zorg digitaal organiseert, heb je dan nog wel hetzelfde aantal vierkante meters nodig? En een grote parkeerplaats voor alle patiënten die naar het ziekenhuis komen? Als je naar de toekomst en digitalisering van de zorg kijkt, betekent dit dat je ook moet gaan kijken naar hoe je op de lange termijn omgaat met vastgoed, de inzet van personeel en samenwerkingen met leveranciers.”
“Digitale zorg is toegankelijk en plaats- en tijdonafhankelijk.”
“Bij zorgverleners en patiënten zie je wel dat zij zich steeds meer bewust zijn van de voordelen van digitale zorg. Patiënten krijgen meer regie over hun eigen gezondheid. Digitale zorg is toegankelijk en plaats- en tijdonafhankelijk. En digitale zorg sluit aan op de patiëntbeleving. Voor zorgverleners biedt digitale zorg kansen om meer directe tijd voor de noodzakelijke fysieke patiëntenzorg over te houden en minder tijd kwijt te zijn aan administratieve taken en werkprocessen, mits het goed geïntegreerd wordt.”
Daarnaast is een belangrijke factor ‘aandacht hebben voor de combinatie van zinnige zorg en digitalisering’. Hoe zorg je voor digitale zorg die ook gepast en zinnig is? Je wilt voorkomen dat het overbehandeling of onnodige diagnostiek in de hand werkt. Dat is onderaan de streep niet goed voor de patiënt, we hebben er het personeel niet voor om die zorg te bieden en de zorgkosten stijgen dan alsnog.
Voor het laten slagen van een concept als het digitale ziekenhuis is wel een aantal randvoorwaarden sterk noodzakelijk. “Data-uitwisseling tussen zorgaanbieders is van groot belang om digitale zorg te laten slagen. Samenwerking in én tussen zorginstellingen wordt nu vaak bemoeilijkt omdat dit (nog) niet mogelijk is.”
“Daarnaast is voor zorgorganisaties de aanwezigheid van een strategie op innovatie een belangrijk uitgangspunt. Een onderbouwd beeld van waar je naartoe wilt, helpt om focus te houden. Vervolgens is het ook een kwestie van lef hebben. Durf als organisatie te starten met verschillende innovatieve initiatieven en te leren van de ervaringen die je hierin opdoet. Een gemeenschappelijke en landelijke visie over hoe de toekomst van de zorg er in 2030 of 2040 uitziet, zou daarbij een goede aanvulling zijn. Deze ontbreekt momenteel. Verschillende instellingen zijn zelf bezig met pilots en het opstarten van initiatieven, maar je kunt elkaar versterken door van elkaar te leren en waardevolle lessen onderling te delen.”
“Digitalisering is een middel om zinnige zorg voor elkaar te krijgen en niet een doel op zich.”
“Een ander thema is dat er bij de invoering van digitale zorg of innovaties vaak een nieuw proces wordt ontworpen dat naast een bestaand proces wordt gezet. Indien je innovaties en digitalisering wilt laten slagen, dan moet je bestaande processen vervangen en nieuwe werkprocessen gaan gebruiken in plaats van de oude werkprocessen. Deze nieuwe processen moet je wel ontwerpen vanuit de patiënt en niet vanuit het aanbod. Soms lijkt digitalisering een doel. Terwijl digitalisering volgens mij een middel is om zinnige zorg voor elkaar te krijgen en niet een doel op zich.”
“Zet een goede digitale strategie neer en betrek daarin patiënten en ketenpartners. Kijk hoe de digitale patiëntreis eruit ziet – vanuit de patiënt – en wat je hiervoor nodig hebt. Zijn dit triagesystemen of misschien wel een callcenter dat 24/7 bereikbaar is?”
“Heb oog voor het veranderproces bij innovaties in de zorg: zorg dat je zorgmedewerkers, ondersteunende diensten en overige belanghebbenden goed betrekt. Neem elkaar mee in ontwikkelingen en wissel geleerde lessen en werkzame elementen uit. Ga vervolgens vooral ook aan de slag. Durf je organisatie te transformeren en de status quo te challengen.”