De energietransitie in Nederland is in volle gang. Door elektrificatie en verduurzaming van industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving in combinatie met toenemende wind- en zonne-energie is ons energiesysteem drastisch aan het veranderen. De vraag naar transport van elektriciteit neemt enorm toe. Dit zorgt op de korte termijn voor problemen zoals netcongestie; de filevorming op het elektriciteitsnet waardoor er niet meer voldoende capaciteit is voor transport en distributie van elektriciteit. Als we op dezelfde manier blijven werken aan ons energiesysteem zullen deze problemen blijven aanhouden. Kortom, niet alles kan langer overal. Daarom moeten er keuzes gemaakt worden: waar zijn bepaalde ruimtelijk-economische ontwikkelingen wel en niet mogelijk en waar zetten we in op welke energiedrager. Het proces om tot dergelijke keuzes te komen heet ‘integraal programmeren van het energiesysteem’.
OchtendMensen werkt aan het verder brengen van de energietransitie, in rollen als omgevingsmanager, projectleider en secretaris. In onze opdrachten zien we dat integraal programmeren een belangrijk onderdeel is van de energietransitie. Wij, Emma van Rest, Zeb Holthuis en Olatz Azurmendi, spraken daarom onze (oud-)collega's Harm Luisman (programmamanager van het nationale samenwerkingsprogramma Integraal programmeren), Lieke Mulder (lid van werkgroep Integraal programmeren vanuit het NP RES), Hein van de Wijgert (teamlead Integraal Programmeren bij Liander) en Coen Nieuwpoort (senior-beleidsadviseur Energie-infrastructuur bij de provincie Utrecht). Zij vertelden ons over samenwerking, complexiteit en de toekomst van integraal programmeren. In deze blog delen wij hun perspectieven en onze inzichten.
Integraal programmeren is een proces om keuzes te maken voor het energiesysteem van de toekomst. Overheden, netbeheerders en andere betrokken partijen maken hiervoor een gemeenschappelijk beeld van ontwikkelingen in alle sectoren. Denk hierbij aan industrie, woningbouw, verduurzaming van wijken en buurten, glas- en landtuinbouw, mobiliteit en energie-opwek. De verwachte ontwikkelingen worden naast elkaar gelegd, om zo een inschatting van de energievraag en -aanbod en (net)impact over een aantal decennia te maken. Op basis van dit beeld worden keuzes gemaakt en per gebied een gewenst eindbeeld ontwikkeld. Hierbij wordt gekeken hoe de gewenste ontwikkelingen het beste op elkaar aansluiten. In deze puzzel moeten verschillende ketens en energiedragers worden meegenomen: elektriciteit, (groen) gas, waterstof en warmte. Vanwege schaarste kan namelijk niet elke energiedrager overal komen en moeten slimme en soms moeilijke afwegingen worden gemaakt. Wanneer gezamenlijk dit eindbeeld is gevormd, wordt gekeken wat er nú moet gebeuren: welke concrete projecten zijn er nodig om dit eindbeeld te realiseren.
“Het is van belang dat er duidelijke keuzes worden gemaakt over waar welke energiedragers gaan komen: in welke gebieden komt waterstof, waar warmte, waar elektriciteit. En in welke gebieden zijn welke ruimtelijk-economische ontwikkelingen wel en niet mogelijk. Niet alles kan namelijk meer overal.”
Hein van de Wijgert
Teamleider Integraal Programmeren bij Liander
Drie jaar geleden hield een klein groepje zich nog maar bezig met integraal programmeren, maar tegenwoordig is er steeds meer kennis en activiteit op verschillende schaalniveaus. Waar eerst vooral de focus lag op procesinrichting, ligt de aandacht nu op keuzes maken. Dit kan moeilijk zijn, omdat energiebeschikbaarheid bepalend is voor waar er groei kan plaatsvinden. Coen en Hein geven aan dat dit voor spanningen kan zorgen: “Als een gemeente eerder nieuwe energie-infrastructuur krijgt, kan deze gemeente zich sneller verder ontwikkelen. Hoe bepaal je dan welk project voorrang krijgt?”
“Er is bestuurlijk lef nodig. Maak je geen keuze, dan maak je impliciet ook een keuze: namelijk voortgaan op de weg van elektrificatie en alles willen faciliteren, waardoor je structureel netcongestie houdt.”
Hein van de Wijgert
Teamleider Integraal Programmeren bij Liander
Daarnaast zien we dat integraal programmeren op lokaal niveau opstart. Op lokaal niveau moeten namelijk ook afwegingen en keuzes worden gemaakt: wat is de meest passende energie-infrastructuur in elke wijk (ook rekening houdend met de ontwikkeling van elektrisch vervoer en zon-op-dak) en wat is de tijdslijn waarin de infrastructuur aangepakt moet worden? Gemeentes moeten samen met andere stakeholders bepalen welke ontwikkelingen voorrang krijgen en de uitvoering opschalen. Het proces van lokaal programmeren wordt momenteel nog vormgegeven.