Het tekort aan leraren, schoolleiders en ander onderwijspersoneel in met name het primair-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs is inmiddels een bekend maatschappelijk probleem. Het heeft onder andere gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs door lesuitval, de ontwikkeling van kinderen en jongeren, en het gezinsleven. Huidige maatschappelijke thema's en onderwijsontwikkelingen, zoals kansengelijkheid, sociale veiligheid en de gevolgen van de coronapandemie, vragen juist om een sterke rol van leraren en schoolleiders om het tij te keren. Nu, en in de toekomst. Hoe kunnen we het onderwijs zo organiseren dat er voldoende goede leraren en schoolleiders beschikbaar zijn, en blijven? Deze en andere vragen stelden wij als adviseurs aan andere onderwijsprofessionals die zich bezighouden met dit onderwerp.
Tijdens een verdiepende sessie spraken wij met Elske Rotteveel, adviseur bij Van de Bunt adviseurs, over het kwartiermakers-advies ‘Kinderen eerst’ dat zij met collega's schreef over het personeelstekort in het onderwijs. In dit advies gaan zij in op een passende organisatievorm voor de aanpak van de tekorten in het onderwijs. Er is in de afgelopen jaren al veel gedaan om de tekorten terug te dringen, op zowel lokaal, regionaal als nationaal niveau, maar het probleem blijft hardnekkig. Het wordt breed onderkend dat het onderwijs met de bestaande personeelstekorten anders moet worden georganiseerd. Met elkaar bespraken wij onder andere de potentiële kracht van regionale samenwerkingsverbanden en het belang van voldoende draagvlak voor een nieuwe aanpak.
Hiernaast spraken wij tijdens een masterclass met Marc van der Meer (bijzonder hoogleraar onderwijsarbeidsmarkt en schrijver van het boek 'Onderwijs aan het werk') over zijn analyses en inzichten over werken in het onderwijs. Tijdens deze masterclass kwamen verschillende aspecten aan het licht die samenhangen met het personeelstekort in het Nederlandse onderwijs. Professionals verlaten bijvoorbeeld vroegtijdig het onderwijs, er is een lage (zij-)instroom van aanstaande leraren, en het is lastig om jonge professionals te kunnen behouden. Ook bespraken we het beroepsbeeld, de waardering en het imago van werken in het onderwijs, welke vaak worden genoemd in kader van het lerarentekort.
Bovenstaande aspecten hielden we in gedachten toen we onszelf de vraag stelden: Hoe kunnen we het onderwijs nu en in de toekomst zo organiseren dat het aantrekkelijk blijft om in deze sector te werken, en de kwaliteit van het onderwijs voor alle leerlingen gewaarborgd blijft? We bedachten creatieve manieren voor de inzetbaarheid van leraren, spraken over flexibiliteit in de kwalificatie-eisen voor leraren, en hadden het over beïnvloeden van de beeldvorming van het beroep. Wat ons betreft is het namelijk hoog tijd om het vak van leraar en schoolleider meer op de kaart te zetten. Júist door de inzet van leraren biedt het onderwijs zoveel kansen. Dit werd onderschreven door de persoonlijke (werk)ervaringen die wij met elkaar deelden.