In het kielzog van de toeslagenaffaire is de vraag ontstaan of en hoeveel kinderen van gedupeerde ouders in de jeugdbescherming zijn beland. Uit een onderzoek van de inspectie Justitie en Veiligheid blijkt namelijk dat gezinnen die zijn gedupeerd door de toeslagenaffaire gemiddeld vier keer meer kans hadden dat hun kind onder toezicht of voogdij werd geplaatst (kinderbeschermingsmaatregelen) dan andere gezinnen die recht hadden op kinderopvangtoeslag.
Kinderbeschermingsmaatregelen worden door een rechter opgelegd en zijn ingrijpend. Alleen gecertificeerde instellingen (GI’s) mogen de maatregelen uitvoeren. Gedupeerde ouders met een kinderbeschermingsmaatregel die deze willen beëindigen, hebben officiële herziening nodig. Een ouder met het gezag of een kind (vanaf 12 jaar) kan hiervoor een verzoek indienen bij de GI. De GI’s vinden een goed en prettig procesverloop voor gedupeerde gezinnen en jeugdzorgwerkers die te maken hebben (gehad) met een kinderbeschermingsmaatregel heel belangrijk.
Via de Wet hersteloperatie toeslagen krijgen gedupeerde ouders en kinderen een financiële tegemoetkoming. Een landelijk ondersteuningsteam biedt kosteloos hulp aan gedupeerde ouders van wie de kinderen uit huis geplaatst zijn. Ze luisteren, maken met ouders een plan, regelen afspraken en praktische ondersteuning en zijn vasthoudend. Ook houden ze overzicht over het aantal cases bij verschillende gecertificeerde instellingen en rapporteren daar elke maand over. Tot slot heeft elke ouder die bij de Belastingdienst/Toeslagen bekend is als gedupeerde van de toeslagenaffaire recht op gratis rechtsbijstand.